Standpuntnota Techlink inzake het voorstel vandecreet tot verbod plaatsing stookolieketels van 2022
In Techlink’s eerdere “Standpuntnota inzake de ondersteuning van de langetermijnstrategievoor verwarming bij bestaande woningen” van maart 2020, herbevestigde Techlink reeds haar geloof in en ondersteuning van de noodzakelijke energietransitie.En het recente IPPC AR6-rapport, evenals de opvallende weerincidenten van de voorbije weken, zijn natuurlijk niet van die aard dat Techlink haar eerder geformuleerde visie rond deze uitdaging zou willen wijzigen of betwijfelen.
De transitie van verwarmingstechnologieën in gebouwen speelt, zoals ook aangehaald in onze Link2030 1 studie, een zeer belangrijke rol binnen de energietransitie. Maar naast belangrijk, is ze tevens een niet te onderschatten maatschappelijke uitdaging.
Dienaangaande maakt de vaststelling “De doelstelling van de energietransitie is duidelijk, het technologie pad er naar toe (nog) niet” 2 het er niet gemakkelijker op. Want de impact van een perceptieprobleem, zoals dit jaar vast te stellen in de Vlaamse residentiële PV-markt, kan en mag niet onderschat worden.
We dienen dus zeer voorzichtig te zijn met het defacto uitsluiten van technologieën, m.a.w. het middel mag geen doel worden.
Vlaamse Context
Door het Europees aanbod van performante verwarmingstechnologieën, is het zeer moeilijk voor de consument te begrijpen/beslissen welke combinatie van technologieën uiteindelijk de betere duurzame technische keuze is.
En zoals reeds herhaaldelijk door Techlink en andere federaties aangekaart, wordt naast de keuze van technologie, de keuze van energiedrager tot op vandaag financieel vreemd beïnvloed door het uitblijven van een substantiële lastenverschuiving op basis van klimaat- (CO2) en milieu-impact van de verschillende energiebronnen. Het uitblijven van oplossingen voor dergelijke tegenstellingen tussen verschillende beleidsdomeinen & -niveaus creëert onrust en tekort aan (investerings)vertrouwen.
Verder wordt, in het kader van nieuwe beleidsinitiatieven, de realiteit op het terrein soms iets te gemakkelijk genegeerd.
Tenslotte vreest Techlink dat de verwarmingssector terecht kan komen in een toenemende herstellingsmarkt (het “Cubaanse old-timers” beeld) en/of afwezigheid van professioneel uitgevoerd onderhoud. Dit zou het bereiken van de doelstellingen eerder vertragen dan ertoe bij te dragen.
Standpunt
Techlink pleit voor een pragmatische aanpak om de regionale (& nationale) klimaat- & milieudoelstellingen te bereiken. Daarom vraagt Techlink dat de Vlaamse Overheid:
- een fiscaal aan- & ontmoedigingsbeleid bespreekt en/of voert (een “tabak-aanpak”) richting te bereiken doel i.p.v. een “verbod-met-boetes”-aanpak; we denken hierbij aan de eerder vermelde taks-shift maar ook aan het lopende Europese debat rond heffingen op de energiedrager overeenkomstig haar uitstoot-impact elke beleidsbeslissing rond de energietransitie kadert in een langetermijnplanning & visie, zodat zowel de eindgebruiker als het ecosysteem van groothandel tot installateur zich kan organiseren.
- rekening houdt met de volledige aanleveringsketen, zoals bv. de mogelijkheden van de distributienetbeheerder in geval van urgentie-aansluitingen in wintertijd.
- gezien het beperkte aantal jaarlijkse nieuwe installaties op vloeibare brandstof t.o.v. het geïnstalleerde “park” (ordegrootte 2%), prioritair werk maakt van een duidelijk handhavingskader met onderstaande prioriteiten:
- het concretiseren van het geplande werk van een kadaster van het Vlaamse verwarmingspark én zijn energiebronnen via de woningpas, om via dit kanaal een verscherpte opvolging van de onderhoudsplicht en verduurzaming van de verwarming van de gebouwen te realiseren met een minimum aan administratieve belasting voor de vakman-installateur;
- de vakman-installateur geen politie-rol opdringt;
- het ontwikkelen van een aanvaardbaar en verplichtend protocol dat de consument beter en éénduidig adviseert over de vervanging van het verwarmingstoestel of de verbetering van zijn verwarmingssysteem, ongeacht het verwarmingsvermogen;
- het ontwikkelen van een aanvaardbaar en verplichtend protocol dat de consument beter en éénduidig adviseert over de vervanging van het verwarmingstoestel of de verbetering van zijn verwarmingssysteem, ongeacht het verwarmingsvermogen;
- het uniformiseren van de verschillende handelingen op een verwarmingsinstallatie, enerzijds bij de beoordeling op de goede en veilige staat van werking en de keuring, en anderzijds bij het opstellen van een logboek met alle documenten die betrekking hebben op deze technische installaties en op de stookafdeling waarin deze installaties zich bevinden.
- de erkenning als technicus verwarming opsplitst om de expertise rond verwarmingsadvies beter te kanaliseren: enerzijds de onderhoudstechnici (L, GI en GII), anderzijds een nieuwe deskundige als “Verwarmingsauditor” die zich ontfermt over het advies ter vervanging naar een nieuwe warmtegenerator en de oplevering ervan; dit naar analogie met het Brussels Hoofdstedelijk (EPB-verwarmingsadviseur) en Waals Gewest (Technicien Diagnostic Approfondi), waarbij een uniformisering tussen de gewestelijke regelgevingen niet alleen, de energietransitie een steuntje in de rug zal geven, maar ook het werk van de vakman zal vereenvoudigen.